fbpx

Wat schreef de pers over Eb ?

  • 8Weekly 07 Aug 2009 EB kent geen stormvloed

    EB KENT GEEN STORMVLOED
    door Rianne Werring

    Op een buitenplaatsje staat een indrukwekkend bouwwerk van hout, netten, jerrycans, reddingsboeien, touwen en allerhande strandspullen. Een vrouw met blond krulhaar wankelt op hoge hakken en met een jerrycan in de hand naar het bouwsel toe. Plotseling krijgt ze door dat ze bekeken wordt en lacht schaapachtig naar het publiek op een manier waar Brigitte Kaandorp trots op zou zijn. En het publiek lacht terug, zelfs als het waterballonnen naar zich toe krijgt gesmeten.

    Het uitgangspunt is simpel: twee vrouwen en een man die rechtstreeks uit de jaren vijftig lijken te zijn gestapt ontmoeten elkaar op het strand. Wat hun relatie precies is of hoe ze elkaar kennen is onduidelijk, soms lijken de twee dames om de heer te vechten en soms gaan de drie slechts vriendschappelijk met elkaar om. En ze doen simpele dingen: een beetje zonnen op het strand (wonderbaarlijk hoe sommige mensen in een strandstoel kunnen gaan zitten), ochtendgymnastiek doen en een zwembandje opblazen. Veelal zonder te praten en allemaal op zeer komische wijze.

    ‘Op een dag dat het heel hard waaide, kwamen zij aan.’
    Af en toe worden de figuren begeleid door pianomuziek of door een stem die uit een ouderwets Polygoon-journaal lijkt te komen. Er wordt gezongen, geschreeuwd en gefloten, dikwijls gapen de drie personages het publiek net zo confronterend aan als het publiek naar de personages kijkt, wat zorgt voor veel vertedering. Terugkerende motieven – zoals het schrille geschreeuw van een van de vrouwen naar haar ‘lieieieiefste!’ – zorgen ervoor dat de voorstelling toch een geheel wordt, ondanks dat die uit allemaal losse scènes bestaat. Sommigen zijn heel kort en bestaan uit een enkele handeling, zoals het doorgeven van een beker. Weer andere scènes worden lekker lang uitgesponnen. Zo stuurt de man een blikje aan een touwtje tussen de twee vrouwen in, die beleefd om het blikje beginnen te vechten. De man laat het blikje van de een naar de ander bewegen, totdat een van hen de inhoud te pakken krijgt. Er blijkt een liefdesgedicht in te zitten, dat de gelukkige vrouw op hartstochtelijke wijze voordraagt. Later stuurt de man hetzelfde gedicht via een blikjestelefoon naar de andere vrouw toe, waarna een nieuw gevecht om dit blikje begint.

    ‘Liefste, het is hier fantastisch!’
    Dat de voorstelling zich buiten afspeelt is een risicofactor voor de spelers – niet voor het publiek dat in een klein bijgebouwtje zit en vanachter een raam naar de spelers kijkt. Hier zijn ze dan ook veilig voor het waterballonnengevecht, dat zich aan het eind van het stuk afspeelt. Nadat de personages hebben gezien wat ze hebben aangericht, komen ze zenuwachtig binnengewankeld, hun ogen groot van schrik. ‘Och,’ brengt de man ten slotte stotterend uit. ‘Zand erover!’ Maar hun nervositeit blijft totdat een van de vrouwen de andere twee de toekomst heeft voorspeld: ‘Op de dag dat ze ‘t alle drie beseften, was het goed. Hij werd vertegenwoordiger in fietsonderdelen en ze hielden heel veel van elkaar. En ze leefden nog lang en gelukkig.’ Vaak zou dat een maar al te mager einde zijn, maar deze rare, stuntelige types wens je een goed einde toe.

  • Den Haag Centraal 06 Dec 2009 Rake nostalgie op Scheveningse Pier

    Firma MES met aandoenlijk retrotheater
    RAKE NOSTALGIE OP SCHEVENINGSE PIER

    door Eric Korsten

    De verloren gegane bar boven speelhal Schateiland op de schijnbaar blijvend aan verloedering ten prooi vallende Scheveningse pier is plaats van handeling voor een nostalgische theatervoorstelling van de fonkelnieuwe Haagse groep Firma MES. Waarom verlangen wij naar vroeger?

    In 1863 bracht Mendelssohn een bezoek aan kuuroord Scheveningen. Het duingebied maakte hem depressief. De pier stond er toen nog niet. Het Wandelhoofd Koningin Wilhelmina, de eerste pier van Scheveningen, werd pas in 1901 geopend door Prins Hendrik. Na een brand in 1943 sloopten de Duitsers de pier, die sinds 1942 tot ‘Sperrgebiet’ was verklaard, door de palen waarop het bouwsel rust finaal door te zagen. Ze waren bang dat de pier een gemakkelijke landingsbaan voor een Engelse invasie zou zijn. Pas in 1959 begon de bouw van een nieuwe pier, iets noordelijker gelegen dan de oude. Met de opkomst van het massatoerisme en een door de wederopbouw snel om zich heen grijpende welvaart werd de pier al snel een attractie op zichzelf: een dagje Scheveningen annex dagje naar het strand was synoniem met flaneren op de mondaine pier. De sfeer van onbekommerde onbezorgdheid in die dagen is perfect vastgelegd in reeksen Polygoonjournaals. De loftrompetstekende stem van Philip Bloemendal is voor velen de verpersoonlijking van de verworvenheden van die tijd. Ook de films van cineast Bert Haanstra ademen diezelfde zorgeloosheid. In de meermalen bekroonde bioscoopdocumentaire ‘Alleman’ schetst hij een beeld van Nederland en de Nederlanders, die hij voor een deel met een verborgen camera observeerde in hun dagelijks bestaan en bezigheden. Haanstra liet het ongewone in het gewone en het gewone in het ongewone zien, op komische maar ook serieuze wijze. Veel kwaad steekt er niet in de landgenoten van de regisseur. Uit zijn ‘Alleman’ spreekt dan ook een zekere schalkse tevredenheid, een wereld waarin het positieve overweegt. Haanstra’s zwart-wit rolprenten, met name ‘Alleman’ (1963) en ‘De stem van het water (…) ‘ zijn voor Firma MES – een opmerkelijk nieuw Haags theaterinitiatief van jonge, net afgestudeerde professionele theatermakers – ankers voor hun eersteling EB. Ze hebben bezit genomen van het terras bovenop het Schateiland, het casinoachtige speelhol voor kindervermaak. Het uitkijkplatform van veertig meter hoog biedt zicht tot zeventien kilometer. Firma MES gebruikt het als vehikel voor rake prettig-nostalgische beschouwingen van de jaren vijftig en begin zestig. Want vroeger kon je nog echt lachen: Vadertje Drees, croquetbal, vlindermontuur, koelbox, badminton op straat, de BMW Izetta, de hbs, vette chansons, de Selvera’s en Eddie Christiani. De Puch was toen nog net niet door hippies geclaimd. ‘Eb’ is een aaneenrijging van stemmige scènes die soms prettig haaks staan op de alledaagse realiteit. Vrijwel woordloze, bijna mimische sfeerbeelden die onder het hoorbare, kabbelende geluid van de golfslag, donderwolken die overtrekken, en de kermis van de bungeejump die zijn niet klein te krijgen vertier op de kop van de pier, ook terwijl de voorstelling loopt, vrolijk voortzet, die uitnodigen tot ingetogen lachen, een glimlachen, een van binnenpretjes doortrokken gevoel van innerlijke tevredenheid: wat was het leven indertijd toch van een onbereikbare naïeve onschuld. Dat gevoel wordt versterkt door de kommerloze deuntjes die de bewegingen van het drietal spelers begeleiden: Polygoondeuntjes, bigbandmuziek van Duke Ellington & Ella Fitzgerald, stemmige pianomoppies.

    Tijdloos

    Uit de voorstelling rijst een fijn gevoel voor de humor en de tijdloosheid die indertijd moet hebben geheerst, zoals bijvoorbeeld ook uit de films van Jaques Tati spreekt. Een gevoel dat doet denken aan een avondje Boulevard of Broken Dreams of soms weleens oprijst na een bezoekje aan Oerol of in een argeloze, ongedwongen confrontatie met straattheater. Dank zij Firma MES kunnen we ons een avondje laven aan onvervalst retrotheater. En dat nog wel op een van de iconen van de kustplaats. Een icoon waarvan het depressief makende verval sinds de jaren tachtig alom en al te duidelijk is aan te zien, maar een locatie die ook voor wonderlijke prachtplaatjes zorgt. Geld voor achterstallig onderhoud was begin jaren negentig niet voorhanden voor het wandelhoofd en in 1991 werd de pier dan ook overgenomen door Van der Valk – voor het symbolische bedrag van 1 gulden. Er was hoop dat de vergane glorie weer zou keren, maar anno 2009 oogt het bouwsel nog immer armoedig. Mendelssohn zou er beslist niet voor uit zijn graf oprijzen. Ik zou desondanks zeggen: neem de kans te baat om de pier op te gaan, nu het nog kan. U krijgt er een kleinood in de vorm van een prachtige voorstelling op de koop toe.

  • De Pers 07 Feb 2009 Oh, lelijke scheveningse Pier, het komt weer goed

    OH, LELIJKE SCHEVENINGSE PIER, HET KOMT WEER GOED

    door Remco Tomesen

    Waterballonnen en liefdesbrieven uit de jaren vijftig gaan de strijd aan met bungeejumpen. Wie wint?

    Oh, lelijke Scheveningse Pier. Met je poffertjes, speelautomaten en wapperende Van der Valk-vlaggen. Komt het ooit nog goed met jou?

    Ik dacht van niet, om eerlijk te zijn. Afbreken of verplaatsen. Of extreem grondig verbouwen. Dat leek de beste oplossing voor dit mislukte naoorlogse bouwsel. Maar na het zien van de voorstelling EB van de nieuwe Haagse theatergroep Firma MES denk ik daar anders over. De Pier = Bert Haanstra = Hollandse nostalgie. Afblijven, van die pier. Laat die speelautomaten piepen, laat de muren verder afbladderen, laat het beton nog wat verder wegrotten. En laat die sjokkende mensen vooral mistroostig genieten.

    Tot dit inzicht kwam ik op de punt van De Pier waar de vergane glorie haar hoogtepunt bereikt: in de verlaten bar boven speelhal Schateiland. Samen met de rest van het publiek zat ik op een stoeltje en keek ik door de ramen van het vergane barretje naar buiten. Daar speelden drie acteurs van Firma MES in een jarenvijftigstranddecor: twee blondbepruikte dames in opwaaiende zomerjurken en een acteur met een lullig kapsel.

    Een polygoonstem geeft af en toe uitleg. De acteurs doen de dingen die je op het strand deed in de jaren vijftig. Tenminste, als je een vlot jong mens was. Ze gooien met waterballonnetjes, lopen op blikken, schrijven liefdesbriefjes. Een en al lulligheid, in de ogen van een mens uit het jaar 2009. Zeker in combinatie met de emoties die al dat simpel vermaak oproept bij de ‘jongelui’: lachen, gillen, gieren, huilen.

    Dan het heftige vermaak op de achtergrond. Daar is de Bungee Jump Toren, eindpunt van De Pier. Elke vijf minuten dondert daar iemand aan een elastiek de diepte in. Vaak heftig gillend. Nee, het bungeejumpen hoort niet bij de voorstelling. Maar het contrast met de jarenvijftigonschuld van de theatervoorstelling geeft een mooi effect.

    De makers van EB noemen als inspiratiebron films van Bert Haanstra en teksten van de Franse schrijfster Marguerite Duras. Reken niet op een verhaallijn, of op lappen tekst. Verwacht ronddartelende acteurs die niksigheid intens beleven. Verwacht een kwetsbaar liedje. Verwacht een glimlach. Verwacht een lofzang op vergane glorie.

    Na de voorstelling even naar het Van der Valk-restaurant op het einde van De Pier. Eigenlijk een best mooi restaurant. Stijlvolle ronde bouw, vieze ramen die prachtig zicht geven op klotsende golven. Vandaag geen cappuccino, maar gewone koffie.

     

Bekijk meer over Eb